Horizontaal: |
1. | Deelrekening van de betalingsbalans waarop ontvangsten uit en betalingen aan het buitenland worden geregistreerd van inkomensoverdrachten. |
3. | belasting uitgedrukt in procenten van het bruto inkomen |
4. | percentage belasting dat iemand betaalt over zijn laatst verdiende euro |
5. | spoorwegen, havens, wegen etc. |
6. | Verplichte betaling aan de overheid. |
8. | Percentage van het nbi dat wordt uitgekeerd aan de productiefactor arbeid. |
10. | Waarde van alle door de overheid in een jaar aangeschafte goederen en diensten. |
12. | overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de nederlandse economie |
13. | het groter worden van de inkomensverschillen |
14. | Investering die de kapitaalgoederenvoorraad vergroot. |
15. | Het verschil tussen de uitvoer en de invoer. |
16. | Deelrekening van de betalingsbalans waarop de waarde van de in- en uitgevoerde goederen wordt geregistreerd. |
17. | Deelrekening van de betalingsbalans waarop de waarde van de in- en uitgevoerde diensten wordt geregistreerd. |
20. | de inkomensverschillen tussen landen worden kleiner |
21. | Geheel van wetten en regels dat bepaalt wie welke belasting betaalt. |
22. | Grafiek met daarin de lijn die de scheefheid van een verdeling weergeeft. |
23. | Deelrekening van de betalingsbalans waarop grensoverschrijdende investeringen, beleggingen en kredietverleningen worden geregistreerd. |
24. | Waarde van alle goederen en diensten die in een jaar van het buitenland zijn gekocht. |
25. | primair inkomen - directe belasting en premies + ongebonden inkomensoverdrachten |
26. | Overzicht van alle transacties tussen een land en het buitenland. |
27. | loon pacht, rente en winst |
28. | Verkleining van de relatieve inkomensverschillen. |
31. | Inkomstenbelasting die ieder inkomen met hetzelfde percentage belast. |